Waar zitten de perspectieven van de fosfaatrechten?
In Januari 2017 worden de fosfaatrechten in de melkveehouderij ingevoerd met grote gevolgen van dien. Veehouders worden beperkt in de groei van hun bedrijf. De zoveelste regel die na verplichte mestverwerking en grondgebondenheid is ingevoerd. Toch wordt het gezien als een onontkoombare maatregel waarmee afschaffing van derogatie voorkomen kan worden. De totale Nederlandse fosfaatproductie zal daarom met 4% moeten worden gereduceerd voor 2018. Dit percentage wordt vermeerderd met de mate waarin grondgebonden bedrijven en knelgevallen worden gecompenseerd. Cijfers wijzen uit dat de hoeveelheid rechten die wordt uitgedeeld op basis van de melkveestapel op 2 juli 2015 te groot is om zeker te stellen dat het fosfaatproductieplafond niet wordt overschreden. Dit betekent dat de rechten flink moeten worden afgeroomd. Elke keer bij het verhandelen van de fosfaatrechten zal er 10% van de totale verhandelde fosfaatrechten vervallen. Deze maatregel zal worden gehanteerd totdat de fosfaatproductie weer onder het vastgestelde plafond is zakt. Nu bekend is wat de beperkende factoren zijn voor de Nederlandse veehouders, is het zaak om te bekijken wat wel perspectief biedt op het gebied van mestkosten besparing.
Kansen na de fosfaatrechten:
- De mineralen efficiëntie verbeteren, met de kringloopwijzer(melkveehouders)
- Samenwerking tussen akkerbouwer en veehouder(fosfaat plaatsing ruimte vergroten waardoor mogelijk het fosfaat plafond verhoogt kan worden, door een betere verdeling. (alle veehouders
- Door het scheiden en homogeniseren van mest kunnen de nutriënten verhoudingen worden verbetert, waardoor betere afzetmogelijkheden gecreëerd worden (varken, kalverhouders en akkerbouwers)
- Export kansen mest vergroten (door bewerking, verwerking en waardestijging, (marketing.
Wanneer veehouders de mineralen efficiëntie op hun melkbedrijven verbeteren kan er groeiruimte gecreëerd worden. Met het verbeteren van de mineralen efficiëntie kunnen de fosfaatwaardes in mest verlaagd worden, waardoor er fosfaatruimte ontstaat. Dit houdt in dat de veehouder met hetzelfde aantal fosfaatrechten meer koeien kan melken.
Ook is het belangrijk dat er een juiste samenwerking ontstaat tussen veehouder en akkerbouwer. Door samen te werken zal de mestverdeling in Nederland verbeterd worden en kan er meer fosfaatplaatsing ruimte gecreëerd worden. Dit betekend dat in de toekomst het fosfaatplafond verhoogd kan worden(marketing. Het bewerken van mest kan hier ook aan bijdragen. Door bewerking van mest stijgt de waarde hierdoor wordt deze interessanter voor akkerbouwers. De veehouders kunnen 2 soorten mest aanbieden, namelijk: ‘dunne en dikke fractie’. De dunne fractie is interessant door het lage fosfaatgehalte en de hoge stikstof gehaltes. De dikke fractie bevat het hoge fosfaat waardoor deze efficiënter afgevoerd kan worden (minder m3. Wil een akkerbouw zijn organische stof gehalte in de grond verhogen dan is de dikke fractie daar ook een optie voor.
Door het bewerken van de mest kunnen de export kansen vergroot worden. De kwaliteit van de mest wordt hierdoor verbeterd waardoor deze mest gemakkelijker afgezet kan worden in het buitenland. Dit heeft als gevolg dat de vraag toeneemt en de waarde van de mest stijgt. Hierdoor zullen de mestkosten in Nederland afnemen.
Het credo is: ‘Optimalisatie van voer en mest biedt kansen voor de toekomst’.