Kees van Herk heeft een opfokstal en bouwde onlangs een nieuwe rosékalverstal voor het afmesten. Die nieuwe stal heeft een mestschuif en voerrobot. In 2010 ging het bedrijf van vleesvee naar 650 startkalveren voor roséhouderij. Kort na de realisatie van de opfokstal werden vergunningen aangevraagd voor een tweede stal met 650 afmestplaatsen. De nieuwe stal voldoet aan Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). All-in all-out, twee leeftijden, de starters blijven 16 weken in de opfokstal, dan 16 weken in de afmeststal en gaan weg als jongrosé.

Mest scheiden in de stal

Achter in de stal is een aparte ruimte van nog geen twee meter breed. De voergangen lopen door, maar daartussen gapen nog gaten, de afstorten van de mestschuif. Hier is de dichte vloer, die circa 40 centimeter onder de roosters ligt, goed zichtbaar. De zes rijen hokken bovengronds hebben hier elk een mestschuif die de mest naar achter afschuift. De dichte vloer zelf ligt op afschot naar de voorzijde van de stal, zodat de urine naar een aparte opvangput afloopt. Bang voor problemen met de mestschuif onder de roosters is Van Herk niet: “Aan elke schuif zit een extra kabel om hem terug te halen als er iets kapot is.” De frequentie van de schuiven wordt afhankelijk van de leeftijd van de kalveren. Emissiearm bouwen telt stevig mee op de MDV. Van Herk wilde absoluut niet aan een luchtwasser. “Die slurpt alleen maar energie en de dieren groeien er niet extra door. Kortom: een investering die niets oplevert. Een mestschuif is gezondheidstechnisch beter”, stelt de kalverhouder. In de stal is nauwelijks ammoniak-emissie, omdat urine en mest direct bij de bron worden gescheiden. Het grote voordeel van de mestscheiding onder de roosters ligt voor dit bedrijf in de mestafzet. Van Herk moet fosfaat afvoeren en wil zo veel mogelijk fosfaat in zo weinig mogelijk kuubs wegzetten. Dat kan door de dikke fractie achter in de stal door een mestscheider te halen. Die dikke fractie wordt afgezet bij onder meer fruittelers in de buurt, maar er zijn ook andere geïnteresseerden. De dunne, stikstofrijke fractie gaat op het eigen grasland of naar akkerbouwers in de omgeving. Deze manier van afzet heeft als voordeel dat de fracties vrijwel het hele jaar afgevoerd kunnen worden op een niet te grote afstand. De mestafzet kan net niet met gesloten portemonnee, maar de kosten liggen stukken lager dan het afzetten van gewone drijfmest.

Efficiënter voeren en tijd besparen

De smalle voergangen over de hele lengte van de stal vallen direct op. Te smal voor een trekker met voerwagen, terwijl de kalveren te veel voer wegvreten voor een kleine mengwagen. “Er komt een voerrobot. Die rijdt met behulp van sensoren zelfstandig vanuit de voerkeuken naar de stal”, legt Kees van Herk uit. Hij koos voor de robot vanwege de lagere exploitatiekosten, constant vers voer voor de dieren, voeren op het scherpst van de snede, separate rantsoenen voor meerdere groepen en arbeidsbesparing. De kalverhouder krijgt één keer per 16 weken binnen 48 uur 650 nuchtere kalveren binnen. Die vragen in de eerste weken veel tijd. Door een voerrobot in te zetten, kan Van Herk meer tijd inzetten voor die eerste cruciale weken van zijn startkalveren. “De eerste vier weken vreten de starters nog geen ruwvoer, maar zodra ze beginnen, wordt ook de hoeveelheid bij de afmeststal opgevoerd. Extra druk dus, terwijl beide stallen een eigen rantsoen moeten krijgen. En meerdere keren per dag vers voer is ook beter voor de voeropname.” De voerrobot heeft ook nog als voordeel dat de stal vier meter smaller gebouwd kon worden en zo precies binnen het bouwblok viel. De voerrobot leverde de kalverhouder ook nog eens vier punten op voor de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV).

Optimale luchtkwaliteit

Bij rosékalveren in een afmestgroep wordt natuurlijke ventilatie nog veel gebruikt. Toch kiest Van Herk voor mechanische ventilatie: “De stallen staan maar 7 meter van elkaar af. Het geeft te veel risico dat je de luchtstromen niet voldoende kan optimaliseren in de stal. Tevens is met mechanische ventilatie het klimaat beter te beheersen”. Van Herk koos voor onderdrukventilatie. De ruimte boven de afstort van de mestschuiven dient als bufferruimte waar de inkomende lucht wordt voorverwarmd. Via de roldeuren van de voergangen stroomt de lucht de stal in. Achter de deuren worden verticale lamellen geplaatst om de luchtstroom optimaal met voldoende snelheid over de voergangen te sturen. Hoe ver de roldeuren openstaan, regelt de klimaatcomputer. Op de ventilatoren zijn smoorkleppen aangebracht. De luchtinlaat van de stal laat Van Herk bewust vanaf de noordzijde komen: “Op het zuiden komt er door de zon al snel te warme lucht de stal binnen, terwijl je het daar juist fris wilt houden om de kalveren optimaal te laten groeien.”

Bron: Boerderij 101 — no. 28 (5 april 2016, Anne-Marie van der Linde)

Andere klanten over hun ervaring met Keydollar